De nieuwe vorm van afvalinzameling in de gemeente Katwijk wordt opnieuw met een jaar uitgesteld. Goed nieuws voor de inwoners, want die hoeven nu pas vanaf 1 januari 2025 voor hun restafval te betalen.

Er is de afgelopen maanden veel veranderd in de manier van afvalinzameling. Huishoudens van laagbouw hebben nieuwe minicontainers ontvangen, PMD wordt bij de laagbouw apart opgehaald en er zijn extra ondergrondse containers geplaatst.

De gemeente hoopt met de maatregelen dat mensen hun afval beter scheiden. De nieuwe inzameling lijkt te werken. Sinds het inzamelen met de PMD minicontainer ziet de gemeente dat het restafval ongeveer met 12 procent is afgenomen.

Over de extra afvalcontainers en aanpassingen is door bewoners veel geklaagd. Dat is ook bij de gemeente niet onopgemerkt gebleven.

Wethouder Emile Soetendal: ‘De afgelopen periode hebben we gezien dat een andere manier van afval inzamelen ingrijpend is voor inwoners. Ze moeten wennen, soms is er maatwerk nodig. We zien wel dat het werkt. We halen minder restafval op en dat is het doel. Het apart betalen voor restafval willen we zorgvuldig invoeren. 1 januari 2024 is te snel en dat gaan we dan ook niet doen.’

Inwoners moeten vanaf 2025 betalen voor hun restafval. Dat is twee jaar later dan gepland.

‘Achter het variabele tarief zit een monitorings-en betalingssysteem’, legt de gemeente uit. Het variabele tarief is gebaseerd op het aantal keer dat inwoners hun restafval aan de weg zetten of brengen bij de verzamelcontainer in de wijk. Het systeem moet eerst getest worden. ‘De ervaring in andere gemeenten leert dat zo’n testperiode ongeveer een half jaar duurt. Na de zomer kan de gemeente gaan starten met testen. Een andere manier van belasting innen, wat diftar is, kan alleen per 1 januari worden ingevoerd. En dat maakt dat de datum van invoering een jaar verschuift.’

Soetendal: ‘Een diftar systeem is een complex onderwerp. Invoering van diftar betekent een veranderproces. Het heeft maatschappelijke impact. Goede voorbereiding van diftar kost tijd en gewenning. Dat zien we in de praktijk. We hebben ook te maken met onvoorziene omstandigheden rond de introductie van diftar. Wij kiezen daarom voor een zorgvuldig invoering.’