Bijna 200 bijrijders en nog eens 100 vrachtwagenchauffeurs zijn vandaag weer toeterend op de weg. Als er geen maximum aantal deelnemers had geweest, had dat aantal twee keer zo hoog kunnen zijn. De Truckrun is niet meer weg te denken bij de feestweek in Katwijk aan den Rijn.
Alle deelnemers en vrachtwagens verzamelden zich vanochtend rond 10.00 uur bij de ESTEC. Hier worden ze enthousiast door de vrijwilligers met een bakje koffie en wat lekkers ontvangen. Op deze plek worden ook de chauffeurs en bijrijders aan elkaar gekoppeld.
‘Na afloop krijgen we van de deelnemers én de chauffeurs altijd gelijk de vraag wanneer de volgende editie is’, lacht Bert Minnee. De vrijwilliger van de Oranjevereniging geniet van de sfeer op deze dag. ‘Iedereen is zo enthousiast. Niet alleen de deelnemers, maar ook de chauffeurs.’ De Truckrun is populair bij de vrachtwagenchauffeurs. Op de route mogen maximaal 100 trucks meerijden. De organisatie moet door het hoge aantal inschrijvingen ieder jaar weer een aantal chauffeurs teleurstellen. Dit jaar maar liefst 170.
Vrachtwagenchauffeur Peter van der Slot weet hoe het is om uitgeloot te worden. ‘Daar baalde ik wel van, maar ik ben toen natuurlijk wel gaan kijken.’ Dit jaar mag hij weer mee rijden en wordt hij vergezeld door bijrijder Aa. Hij rijdt voor de derde keer mee. Van der Slot: ‘Het is altijd een mooie dag. Het is fijn om deze mensen een hart onder de riem te steken. Het is echt genieten en je hebt leuke gesprekken onderweg.’
Eén van de bijrijders heeft voor deze dag versterking meegenomen: ‘Kika en goudlokje’. ‘Die gaan altijd mee.’ Ook zijn moeder gaat mee, vanwege zijn suikerziekte. ‘Al die vrachtwagens. Dat is toch mooi? En de chauffeurs zijn altijd heel enthousiast.’
Edwin Bruin rijdt al 10 jaar als vrachtwagenchauffeur mee in de stoet. ‘Ik leef er ieder jaar naartoe. Maar de dag zelf is altijd zo voorbij. Ik hoef eigenlijk niet zoveel te doen. Ik gooi het raampje open en de jongens hebben het naar hun zin.’
Patrick mag al voor de 13e keer mee op de vrachtwagen. ‘We mogen weer he?’, zegt hij vrolijk. ‘Dat was lang geleden.’ Aan het eind van de dag hoort hij de toeters nog in zijn oren. ‘Maar dat vind ik niet erg.’ Zijn vriend Hans heeft er ook zin in. ‘Ik hoop dat ik in de grootste vrachtwagen zit.’